De dikkopmotten (Scythrididae) is kleine familie onder de micro-motten. Bij het identificeren van een soort moet goed opgelet worden, want sommige kunnen verward worden met kokermotten, met name Coleophora, of met grasmineermotten, met name Elachista. De volwassen exemplaren rusten in een hellende positie en houden de vleugels als een dak in een steile hoek en dicht tegen het achterlijf gevouwen. De voorvleugel is langwerpig en ongeveer 3-9 mm. De puntige achtervleugel is iets smaller dan de voorvleugel. De kop is glad met lange vlakke schubben en de palpen buigen omhoog.
Geslacht: Scythris
Witvlekdikkopmot – 2025 (IT)
(NCBI-index: 1.608662)
Voor deze soort is geen officiële Engelse naam beschikbaar. De voorvleugel van de witvlekdikkopmot (Scythris scopolella) is licht- tot donkerbruin met een aantal opvallende grote witte vlekken, in het wortelveld, op 1/3, 2/3 en in de vleugelpunt. Soms zie je ter hoogte van de vlek op 2/3 nog een klein wit vlekje langs de voorrand. De witte vlek in het wortelveld is langwerpig en schuin zodanig dat wanneer je van bovenaf kijkt een V-vorm ziet. In rusthouding staat hij hoog op zijn voorpoten waardoor een hellende positie ontstaat. De palpen lopen krommend omhoog. De vliegperiode is één generatie van mei tot eind juni en de spanwijdte bedraagt 12-14 mm. Waardplant: gewoon muursterretje, wit vetkruid. Engelse benaming: –. Friese benaming: –
Vliegperiode:





