Natuurroutes

Terug naar de natuur

Ik zag een man,
ik zeg niet wie hij was,
die hield van de natuur.
Althans dat dacht hij,

want hij had gehoord dat daar zoveel te vinden was.
De stilte, de vrijheid, de blijheid en jezelf en zo.
Genoeg in elk geval om daar eens heen te gaan.

(Rutger Kopland)

 

Lendevallei (nabij Wolvega)

De Lendevallei maakt deel uit van de “natte as”, een keten van moerasgebieden op de grens van Friesland en Overijssel en valt onder de verantwoordelijkheid van It Fryske Gea. Het is een gevarieerd moerasgebied in het beekdallandschap van de Lende en een natte oase van rust. Er zijn bijzondere moerasvogels waar te nemen, maar ook weidevogels, vossen, reeën en vele insecten. Het gebied behoort bij mijn favorieten en ik loop daar vaak een route van ca. 5,5 km. Een variatie aan dag- en nachtvlinders zijn in dit gebied te vinden.  In het voorjaar en de zomer zijn met name de dagpauwoog, citroenvlinder, kleine vos, atalanta, groot dikkopje en bruin zandoogje erg actief. Qua meer bijzondere soorten heb ik daar de oranje luzernevlinder, koninginnepage en de bruine vuurvlinder gezien. Deze laatste is een kwetsbare soort en zie ik de laatste jaren niet meer in dit gebied.

 

Easterskar (nabij Rotsterhaule)

Het Easterskar is ruim 550 hectare groot en bestaat uit graslanden, rietlanden, petgaten en moerasbos. Het had niet veel gescheeld of natuurgebied het Easterskar had niet bestaan. In het kader van werkloosheidsbestrijding werd begin vorige eeuw namelijk veel ‘natuur’ ontgonnen voor de landbouw. Omstreeks 1960 stond het Easterskar op de planning, echter toen de industrialisatie toenam stopte het project. Het naastgelegen Westerskar was wel al ontgonnen, maar het Easterskar en haar domein van bijzondere planten, vogels, vlinders, reptielen en amfibieën bleef gespaard.

Het natuurgebied heeft zijn kenmerkende uiterlijk te danken aan de vervening. Turf was vroeger een veelgebruikte brandstof. Het uitgraven van het veen was in de negentiende eeuw een winstgevende business. Door het uitbaggeren van het veen ontstonden er langgerekte stroken water in het Easterskar. We noemen deze stroken water ook wel petgaten. Uiteindelijk groeiden deze petgaten weer vol met planten. Om het karakteristieke karakter van dit gebied te behouden heeft It Fryske Gea meerdere petgaten weer in ere hersteld, waardoor er ook extra kansen zijn gecreëerd voor waterdieren en planten (bron: De Friese natuur leeft volop in natuurgebied het Easterskar | It Fryske Gea).

Vooral vroeg in de avond nadat ik van het werk kom mag ik hier graag rondwandelen. Het afwisselende gebied met bos, vennen en een brede vaart die de vennen met elkaar verbind, is een ideale plek om te rust te komen. Langs het water zie je de vele libellen en juffers en in de bomen een rijkdom aan micromotten. Qua dagvlinders zie hier met name het bruin zandoogje, bont zandoogje, atalanta, koevinkje, dagpauwoog, klein geaderd witje en eikenpage.