Pijlstaartvlinders

De pijlstaartvlinders (Sphingidae) zijn nachtvlinders en in het algemeen groot. De kleinere soorten vliegen meestal overdag en vliegen als een kolibrie voor een bloem terwijl ze met hun lange tong nectar tot zich nemen. De lange tong rolt weer op zodra die niet meer gebruikt wordt. De nacht actieve soorten kom je overdag nog wel eens rustend tegen. Dit zijn dan vaak verse exemplaren. Ze hebben een opvallend dik lichaam, lange smalle voorvleugels en zijn vaak opvallend gekleurd. De spanwijdte varieert van 35 tot 150 mm. Sinds 2017 gebruik ik een speciale lamp en een wit laken om nachtvlinders te fotograferen. Pijlstaartvlinders zijn sterke en snelle vliegers met een hele rappe vleugelslag. De soorten die in de nacht actief zijn komen goed op UVA licht af door onrustig als een bromtol rond te vliegen en uiteindelijk rust te vinden op het laken.

 

Onderfamilie: Macroglossinae
Stam: Diliphonotini
Geslacht: Hemaris

Glasvleugelpijlstaart – 2006 (NL)
(NCBI-index: 987953)

De glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis) lijkt op een hommel en is een soort die overdag rondvliegt bij zonnig weer. Je ziet ze dan vaak rond een vlinderstruik, kamperfoelie of rhododendron vliegen. Het achterlijf is bont gekleurd met twee witte vlekken en roodachtige bruine band. De antennes hebben op het uiteinde een grote knop en zijn veel langer dan bij gelijk ogende hommels. De spanwijdte van de vleugels is 40-48mm. Doordat ze nauwelijks rustig gaan zitten heb ik deze vlinder nog niet goed op foto kunnen zetten. Daarbij kom ik ze in het Noorden zelden tegen. De glasvleugelpijlstaart vliegt rond in twee generaties van mei tot augustus. Waardplant: kamperfoelie en sneeuwbes. Engelse benaming: Broad-bordered Bee Hawk-moth. Friese benaming: Glêswjukpylksturt.

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Macroglossinae
Stam: Macroglossini
Geslacht: Deilephila

Groot avondrood – 2017 (NL)
(NCBI-index: 283834)

De groot avondrood (Deilephila elpenor) is een goed herkenbare nachtvlinder. Het lijf is olijfgroen met op het achterlijf een roze onderbroken rechte lijn, zoals de middellijn op een weg, lopend richting de roze puntstaart. Vlakbij de kop is een roze lijnen patroon te zien. Ook op de bovenkant van de voorvleugel zijn roze dwarsstrepen te zien. De onderkant van het lijf is roze gekleurd. De spanwijdte bedraagt 43-60mm. Deze vlinder vliegt in één generatie van mei tot september. Waardplant: wilgenroosje, springzaad, wijnstok, waterdrieblad, kattenstaart en teunisbloem. Engelse benaming: Elephant Hawk-moth. Friese benaming: Oaljefantsflinter.

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Macroglossinae
Stam: Macroglossini
Geslacht: Macroglossum

Kolibrievlinder – 2015 (NL)
(NCBI-index: 524428)

De kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) lijkt qua gedrag veel op de kolibrie. Hij staat met zijn snelle vleugelslag stil in de lucht voor een bloem om nectar te drinken. De hoofdkleur van de bovenkant van de vleugels zijn bruin met enkele donkerbruine dwarslijnen. In de vlucht is de oranje kleur van de achtervleugel goed te zien. De spanwijdte van de vleugels is 50-58mm. De kolibrievlinder vliegt rond van februari tot november en veelal overdag. Waardplant: walstro en meekrap. Engelse benaming: Humming-bird Hawk-moth. Friese benaming: Kolibryflinter.

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Smerinthinae
Stam: Smerenthini
Geslacht: Laothoe

Populierenpijlstaart – 2017 (NL)
(NCBI-index: 522836)

De populierenpijlstaart (Laothoe populi) is een opvallende verschijning en vliegt in twee generaties van april tot augustus met een spanwijdte van 65-90mm. De eerste keer dat ik hem zag was overdag in het gras. Waarschijnlijk was dit een vers exemplaar want deze grote nachtvlinder komt normaal overdag niet voor. Zowel de bovenkant van de voor- als achtervleugel is grijs met opvallend grote bruine vlekken. Op de voorvleugel is daarbij een kleine witte vlek in de bruine band te ontdekken. De achtervleugels steken, wanneer de vlinder in rust is, aan de voorvleugels voorbij en krult het achterlijf omhoog. De dikke kop is grijs behaard. Wanneer hij wordt verstoord, laat hij de roodbruine vlekken op de achtervleugel nadrukkelijk zien. Waardplant: populier en wilg. Engelse benaming: Poplar Hawk-moth. Friese benaming: Peppelpylksturt.

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Smerinthinae
Stam: Smerenthini
Geslacht: Smerinthus

Pauwoogpijlstaart – 2020 (NL)
(NCBI-index: 469260)

De ochtend na een nachtvlindersessie zou ik het laken opruimen en daarbij kwam een grote verrassing tevoorschijn. Heel rustig zat daar de pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata). De naam heeft deze grote nachtvlinder te danken aan de oogvlek op de rozerode achtervleugel. De oogvlek bestaat uit een blauw vlek met een zwarte omranding en een zwarte vlek in het midden. Zodra hij verstoord wordt, worden de achtervleugels getoond waardoor natuurlijke vijanden worden afgeschrikt. Hij neemt daarna van de gelegenheid gebruik om te vluchten. De kleur van de voorvleugel kan uiteenlopen van rozeachtig bruin tot diep chocoladebruin of zelfs zwart. Het contrast van voorvleugel is zeer variërend en lijkt een beetje op de schors van een boomstam. De spanwijdte bedraagt 70-80mm en de vliegperiode is van april tot augustus in één generatie. Waardplant: wilg, populier en appel. Engelse benaming: Eyed Hawk-moth. Friese benaming: Pau-eachpylksturt.

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Sphinginae
Stam: Acherontiini
Geslacht: Agrius

Windepijlstaart – 2023 (NL)
(NCBI-index: 55055)

Het eerste exemplaar dat ik spotte van de windepijlstaart (Agrius convolvuli) was een echte verrassing. In eerste instantie was ik in de vroege ochtend gefocussed op de nachtvlinderval, maar toen mijn dochter wees op een groot exemplaar op de muur achter me was ik blij verrast. Daar zat een grote windepijlstaart met zijn muisgrijze grondkleur op de gele stenen. Bij het vrouwtje domineert op de voorvleugel de streperige tekening en het meest opvallend daarbij zijn de twee zwarte lijnen in het iets donkerder bruinachtig getinte middenveld. Het mannetje heeft meer een gemarmerde voorvleugel waarbij een duidelijk donker middenveld aanwezig is. Bij de voorrand van de vleugel lopen twee schuine zwartachtige dwarsbanden tot halverwege de vleugel. De binnenste daarvan lijkt via een knik over te gaan in een eveneens zwarte veeg tussen de twee zwarte dwarslijnen, die naar de achterrand van de vleugel doorloopt. Bij het vrouwtje ontbreekt deze zwarte tekening en zijn de antennen korter en dunner. In rusthouding worden de vleugels in dakvorm stijf tegen het lichaam gehouden. Het achterlijf is roze met zwarte strepen. De vliegperiode is in één generatie van half mei tot half oktober en de spanwijdte bedraagt 80-120mm. Waardplant: akkerwinde en haagwinde. Engelse benaming: Convolvulus Hawk-moth. Friese benaming: Klimmerpylksturt.

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Sphinginae
Stam: Sphingini
Geslacht: Sphinx

Ligusterpijlstaart – 2017 (NL)
(NCBI-index: 470732)

De ligusterpijlstaart (Sphinx ligustri) is goed herkenbaar door zijn zwartachtige bovenzijde van de kop en de donkerbruine strook langs de binnenrand van de voorvleugel. Het lijf en de achtervleugel zijn afwisselend roze en zwart gestreept. Deze nachtvlinder vliegt in één generatie van mei tot september, vliegt in de nacht en komt gemakkelijk op licht af. Verse exemplaren kunnen soms overdag verticaal rustend gevonden worden. De spanwijdte is 90-12mm. Interessant is dat de rusp als pop zo’n 30 cm of meer onder de grond overwintert. Waardplant: liguster, sering, es, sneeuwbes, gelderse roos, moerasspirea en vlier. Engelse benaming: Privet Hawk-moth. Friese benaming: Ligusterpylksturt.

Vliegperiode: