Grote pages

De grote pages (Papilionidae) zijn een familie van grote kleurige en voor de meeste mensen wel herkenbare dagvlinders. De gehele familie bestaat wereldwijd wel uit ongeveer 550 soorten, maar in Nederland zijn er maar 3 bekend. Dit komt doordat de meeste soorten meer in een tropische omgeving te vinden zijn. In het Engels worden de grote pages ook wel “Swallowtail” genoemd. Dit verwijst naar het korte staartje dat aan de rand van de achtervleugel zit. De functie van dit staartje is onbekend, maar genetische studies bij sommige soorten heeft aangetoond dat het een labiel kenmerk is van een specifiek gen.

 

Onderfamilie: Papilioninae
Stam: Leptocircini
Geslacht: Iphiclides

Koningspage -2019 (BH)
(NCBI-index: 110791)

In Nederland wordt de koningspage (Iphiclides podalirius) nagenoeg niet gezien. Hij komt alleen als zwerver eens voor. Tijdens mijn vakantie in Montegro waar ik samen met mijn dochter een dagtrip naar Bosnië-Herzegovina heb gemaakt, kwamen we deze page tegen bij een klooster. Helaas was het een flink beschadigd exemplaar. De staartjes, die normaal aan de achterrand van de achtervleugel zitten, waren compleet verdwenen. De grondkleur van de vleugels is wit tot crèmekleurig. Op de voorvleugel zitten een aantal wigvormige zwarte strepen die vanaf de voorrand van de vleugel naar het midden taps toelopen. Op de achtervleugel zitten bij de achterrand een aantal blauwe maanvlekken die zwart omlijnd zijn. Bij het exemplaar die wij hebben gezien was dat ook al weg. De vliegperiode is van mei tot in september tot wel drie generaties en de spanwijdte bedraagt 76-86mm. Waardplant: sleedoorn. Engelse benaming: Scarce Swallowtail. Friese benaming: Keningspaazje.

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Papilioninae
Stam: Papilionini
Geslacht: Papilio 

Koninginnepage – 2019 (BH)
(NCBI-index: 76193)

Om in Nederland de koninginnepage (Papilio machaon) te zien moet je eigenlijk niet in het Noorden zijn. Mijn eerste exemplaar heb ik gespot in Trebinje (Bosnië-Herzegovina) waar ik met mijn dochter op vakantie was. We waren allebei ontzettend hyper om zo’n mooie dagvlinder voor het eerst te zien. Het duurde vrij lang totdat deze mooie page ging zitten om gefotografeerd te worden. En wanneer hij dan gaat zitten, is dat vrij speciaal dat hij precies bij mijn dochter op haar smartphone, die ze in de aanslag had om een foto te maken, gaat zitten. De koniginnepage heeft een spanwijdte van 76-93mm en heeft vleugels met een gele grondkleur. Op de bovenkant van de voor- en achtervleugel zie je langs de achterrand een brede blauwe band die zwart omlijnd is. Aan de achterrand van de achtervleugel zit een staartje en zie je bij de binnenrandhoek een rode vlek. Het lichaam is aan de onderkant geel en aan de bovenkant zwart. De vliegperiode is in twee generaties van eind april tot in september. Waardplant: peen, schermbloemigen. Engelse benaming: Common Yellow Swallowtail. Friese benaming: Keningjinnepaazje.

Vliegperiode:

Onderfamilie: Papilioninae
Stam: Papilionini
Geslacht: Papilio

Grote mormoonpage – 2022 (INA)
(NCBI-index: 76198)

Van de grote mormoonpage (Papilio memnon) zijn 13 ondergeslachten bekend. Het ondergeslacht dat op Bali voorkomt is agenor. De mannetjes zijn monomorfoloog en zie je veel vaker dan de vrouwtjes. De mannetjes zijn qua kleur altijd diepblauw tot zwart en hebben aan de onderkant van de vleugels een rode vlek aan de basis. Ze hebben in tegenstelling tot de vrouwtjes geen staart aan de achtervleugel. De vrouwtjes vertonen een grote diversiteit in morfologie en kleuren waarbij vele een nabootsing zijn van andere pages. Morfologische variaties zijn onder meer: aan- of afwezigheid van een staart aan de achtervleugel, achtervleugelpatroon, voorvleugelpatroon, kleur van de basale driehoek op de voorvleugel en de kleur van het lijf. De vrouwtjes van het ondergeslacht agenor hebben een gele kleur aan de zijkant van het lijf, bovenkant van de vleugels zijn grijsbruin met zwarte aders en langwerpige streken, een rode vlek aan de basis van de vleugel en verder een zwarte vlek aan de basis van ader 1 en 2 met witte strepen eromheen. De vlek in de achterhoek is rood met een grote zwarte vlek. Tussen de aders is een rij van rode eindpunten te zien. De grote mormoonpage vliegt het gehele jaar door en meestal op een hoogte van 2 tot 4 meter. De mannetjes zie je frequent vliegen in tegenstelling tot de vrouwtjes die je nauwelijks tegenkomt. De spanwijdte bedraagt 120-150mm. Waardplant: geslacht citrus uit de wijnruitfamilie (Rutaceae). Engelse benaming: Great Mormon. Friese benaming:

 

Onderfamilie: Papilioninae
Stam: Papilionini
Geslacht: Papilio

Pauwoogpage – 2022 (INA)
(NCBI-index: 354223)

Een officiele Nederlandse naam is onbekend voor deze grote page, maar op basis van de Engelse naam gebruik ik voorlopig pauwoogpage (Papilio peranthus). Hij is vooral te zien in Indonesië (inclusief Java, Sulawesi en de Sunda eilanden) en vliegt langs rivieren en bosranden. Er vindt veel handel plaats met deze mooie vlinder door zijn mooie heldere kleuren aan de bovenkant van de vleugels. De naam verwijst naar de vlekken op de onderkant van de verder bruineachtige achtervleugel. In deze zwarte vlekken die in een boog dwars over de vleugel lopen is een dun oranje streepje te zien en aan de buitenant een wit streepje. Vanuit de vleugelwortel richting deze vlekken zijn de vleugels donkerbruin met gele spikkels. Het zoomveld is beduidend lichter van kleur. Dit is bij de onderlant van de voorvleugel heel duidelijk zichtbaar. De bovenkant van de zowel de voor- als achtervleugel zijn zwart en is het eerste deel vanauit de vleugelwortel blauwgroen gekleurd. De vleugelpunt aan de bovenkant van de voorvleugel is groenachtig, maar is bij sommige exemplaren bijna niet meer te zien. Langs de achterrand van de achtervleugel zijn soms ook groenachtige vlekken te zien die verder bijdragen aan de naam van deze page. Zoals alle pages zijn aan de achtervleugels de lange staartjes te zien. De spanwijdte bedraagt 70-90mm. Waardplant: limoenbes. Engelse benaming: Swift Peacock Swallowtail. Friese benaming:

 

Onderfamilie: Papilioninae
Stam: Papilionini
Geslacht: Papilio

Rode helena – 2022 (INA)
(NCBI-index: 76195)

De rode helena (Papilio helenus) wordt vaak gezien in tropische regenwouden terwijl hij langs bospaden vliegt met diep, onregelmatig fladderen. Mannelijke vlinders worden meestal alleen aangetroffen of met twee of drie anderen die plassen bezoeken, terwijl het vrouwtje op zoek is naar een plek om eieren te leggen of in de bloeiende struik zweeft. Deze soort is meestal in rust met zijn vleugels volledig uitgestrekt. Hij heeft zwart gekleurde vleugels, aan de bovenzijde van de vleugel zit een grote witte vlek op de achtervleugel die verborgen is als de vlinder rust, maar opvalt tijdens het vliegen. Er is een extra stoffige witte streep op de voorvleugels, terwijl er op de achtervleugels een rij rode halvemaanvormige markeringen op de onderrand van de achtervleugels staat. Het uiterlijk van de onderkant van de vleugels is hetzelfde als dat van de bovenkant. De vliegperiode is gedurende het gehele jaar en de spanwijdte bedraagt 80-115mm. Waardplant: toddalia, calamondin. Engelse benaming: Red Helen. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Onderfamilie: Papilioninae
Stam: Troidini
Geslacht: Troides

Goudgekleurde page – 2022 (INA)
(NCBI-index: 95589)

Tijdens mijn vakantie op Bali ontdekte ik de goudgekleurde page (Troides amphrysus) die in Indonesië vrij veel voorkomt op bosrijke bergen op lage tot gemiddelde hoogte (30-1000m). Bij het mannetje zijn de bovenzijden van de voorvleugels zwart of donkerbruin, met aderen omzoomd door lichtgeel. De bovenzijde van de achtervleugel is goudgeel, met zwarte aderen en zwarte vlekken aan de randen. De basiskleur van het vrouwtje is zwart of donkerbruin, met aderen omzoomd door wit. De bovenzijde van de achtervleugel heeft een kleiner goudgeel gebied aan de basis en verschillende gele vlekken aan de randen. Bij beide geslachten zijn de onderzijden gelijk aan de bovenzijden. De buik is geel, terwijl de kop en het borststuk zwart zijn. In de ochtend vliegen de vlinders op 20 tot 30m hoogte in het bladerdak. Vrouwtjes rusten op het gebladerte, terwijl mannetjes in brede cirkels boven hen glijden. De mannetjes voeren een uitgebreide, trillende verleiding uit, enkele meters boven de vrouwtjes, voordat ze paren. Later op de dag dalen beide geslachten af om zich te voeden met bloeiende bomen en struiken. De vliegperiode is gedurende het gehele jaar en de spanwijdte bedraagt 150-180mm. Waardplant: pijpbloem. Engelse benaming: Golden Birdwing. Friese benaming: – 

Vliegperiode: