De prachtvlinders (Riodinidae) gedijen doorgaans goed in tropische breedtegraden, met name die van Noord- en Zuid-Amerika, en er zijn ongeveer 1300 soorten bekend. De kleuren verschillen per vlindersoort: die in gematigde zones hebben iriserende groene en blauwe vleugels, terwijl tropische soorten transparante vleugels hebben. De vleugels hebben zilverachtige of goudkleurige metaalvlekken, die zichtbaar zijn wanneer ze open of gesloten zijn. De metaalvlekken zijn klein tot middelgroot en variëren sterk in patroon. Mannetjes hebben korte voorpoten die niet worden gebruikt om te lopen, terwijl vrouwtjes drie paar looppoten hebben. Volwassen exemplaren zitten meestal met hun vleugels gespreid of licht gebogen, terwijl veel tropische soorten gewoonlijk ondersteboven op grote bladeren zitten. Mannetjes vinden partners door te zitten in plaats van te patrouilleren. De vorm van de eieren varieert sterk, maar rupsen zijn meestal slakvormig. Prachtvlinders overwinteren in het larve- of popstadium.
Onderfamilie: Nemeobiinae
Geslacht: Hamearis
Sleutelbloemvlinder – 2025 (IT)
(NCBI-index: 328891)
De sleutelbloemvlinder (Hamearis lucina) komt niet in Nederland voor. Hij komt vooral voor op kalkgraslanden met veel sleutelbloemen. Je ziet ze zelden nectar verzamelen en de vrouwtjes zijn vaak schuw en brengen het grootste deel van hun tijd door met het leggen van eieren. Mannetjes zijn vrij territoriaal en brengen het grootste deel van hun tijd door met zonnen in lage vegetatie. De sleutelbloemvlinder wordt wel eens verward met een parelmoervlinder door de oranje vleugels met zwarte markeringen, maar hoort tot een eigen familie die vooral in Amerika met veel soorten voorkomt. In Europa leeft slechts één soort. Het mannetje kan vrij donker zijn, terwijl het vrouwtje over het algemeen in meer of mindere mate lichtere vlekken heeft. Het vrouwtje is meestal merkbaar groter, en met name oranje vrouwtjes kunnen op een kleine parelmoervlinder lijken. De twee rijen met witte vlekken op de onderkant van de achtervleugel vallen duidelijk op tegen de donkeroranje gekleurde vleugel. De vliegperiode is één generatie van mei tot in juni of twee, april/juni en juli/september, afhankelijk van hoogte, breedtegraad en plaatselijke omstandigheden. De spanwijdte bedraagt 29-34 mm. Waardplant: echte sleutelbloem, wilde primula. Engelse benaming: Duke of Burgundy. Friese benaming: –
Vliegperiode:
