Prachtmotten

Van de prachtmotten (Cosmopterigidae) zijn wereldwijd zo’n 1650 soorten beschreven verdeeld over 10o geslachten. Het is een diverse groep micro-motten die klein tot zeer klein zijn met een spanwijdte van 0.4-2.6mm. Ze zijn klein en slank zijn met lancet-achtige of ietwat brede vleugels, niet bepaald door een uniek afgeleid kenmerk. Bij de binnenrandhoek zijn lange franjes te zien waardoor een opvallende hoek ontstaat tussen de achterrand en de binnenrand. Het hoofd is glad en de antennes zijn draadvormig, 3/4 tot 4/5 van de lengte van de voorvleugel. De palpen zijn lang, dun en scherp naar boven gebogen. De voedingsgewoonten van larven zijn divers; de meeste zijn interne feeders, bladmineerders of knop-, stengel-, schors- of wortelboorders.

 

Onderfamilie: Cosmopteriginae
Geslacht: Limnaecia

Lisdoddeveertje – 2020 (NL)
(NCBI-index: 687102)

De voorvleugel van het lisdoddeveertje (Limnaecia phragmitella) is vaal geelbruin met een onduidelijke bruine lijn vanaf ongeveer 1/3 tot 2/3 van de vleugel. In die donkere lijn zijn twee zwarte vlekjes te zien die wit omrand zijn. Langs de achterrand is een rij van donkere vlekje aanwezig. De vliegperiode is in één generatie van juni tot augustus en de spanwijdte bedraagt 22mm. Waardplant: Kleine lisdodde en lisdodde. Engelse benaming: Bulrush Cosmet. Friese benaming:

Vliegperiode: