Schoenlappers en de kleinere parelmoervlinders (Nymphalinae) behoren tot de familie van de Aurelia’s (Nymphalidae) en zijn middelgrote tot grote vlinders met een krachtige vlucht. De schoenlappers (Nymphalini) zijn vrij gemakkelijk te determineren en de meeste vlinders van deze soort gebruiken de brandnetel om eitjes af te zetten. De kleinere parelmoervlinders (Melitaeini) zijn juist weer moeilijker te determineren en voor deze groep is het belangrijk op essentiële kenmerken te letten.
Stam: Junoniini
Geslacht: Junonia
Bruine aurelia – 2022 (INA)
(NCBI-index: 460132)
De bruine aurelia (Junonia hedonia) komt vrij algemeen voor in meerdere habitats in Azië, met alomtegenwoordige aanwezigheid in natuurreservaten, maar ook in stedelijke en voorstedelijke gebieden. Hij vliegt op de gebruikelijke glijdende manier en doorgaans kunnen meerdere individuen samen op één locatie worden gezien. Onder zonnige omstandigheden hebben ze de gewoonte hun vleugels wijd te openen om te zonnebaden terwijl ze op een hoge plaats rusten. De bovenkant van de vleugels zijn oranjebruin met opvallende donkere banden die vanaf de voorrand richting de binnenrand lopen en minder breed worden. Op de bovenkant van de achtervleugel zin meerdere bruine cirkels te zien met daarin een donkere stip. De achterkant van beide vleugels zijn vaal bruin en er loopt een zwarte streep over beide vleugels die van de voorvleugel naadloos aansluit bij die van de achtervleugel. Op de onderkant van beide vleugels zijn meerdere geelbruine cirkels te zien met een gele punt in het midden. Verder valt de witte vlek op de achtervleugel op. De spanwijdte bedraagt 55-60mm. Waardplant: wilde petunia. Engelse benaming: Chocolate Pansy. Friese benaming: –
Stam: Melitaeini
Onderstam: Melitaeina
Geslacht: Mellicta
Steppeparelmoervlinder – 2023 (DE)
(NCBI-index: 2.716722)
Ondanks dat de naam anders doet vermoeden behoort de steppeparelmoervlinder (Mellicta aurelia) tot de schoenlappers. en niet tot de parelmoervlinders. De ruimte tussen de zwarte tekening op de bovenkant van de oranjebruine vleugels is ongeveer even groot waardoor een gelijkmatig netwerkpatroon ontstaat. De onderkant van de achtervleugel is veelkleurig. De dubbele lijnen bij de achterrand zijn soms geel opgevuld en donkerder dan de aangrenzende maanvlekken. De maanvlekken op de onderkant van de voorvleugel zijn allemaal ongeveer even groot. De palpen zijn bij het mannetje bezet met rode en zwarte haren en bij het vrouwtje alleen met rode haren. Hiermee kan hij onderscheiden worden van de bosparelmoervlinder (Mellicta athalia) die alleen zwarte haren op de palpen heeft alhoewel dit kenmerk ook als achterhaald wordt gezien. Een beter kenmerk is het ontbreken van een duidelijk zwarte vlek in cel c2 op de onderkant van de voorvleugel welke bij de bosparelmoervlinder duidelijk aanwezig is. De vliegperiode is in één generatie van begin juni tot begin augustus en de spanwijdte bedraagt 28-32mm. Waardplant: smalle weegbree. Engelse benaming: Nickerl’s Fritillary. Friese benaming: –
Vliegperiode:
Stam: Melitaeini
Onderstam: Melitaeina
Geslacht: Mellicta
Bosparelmoervlinder – 2024 (CH)
(NCBI-index: 113330)
De bosparelmoervlinder (Mellicta athalia) varieert sterk qua uiterlijk en grootte, deels afhankelijk van waar hij geografisch wordt aangetroffen, maar varieert ook binnen de populatie. Hij heeft veel gelijkenis met de woudparelmoervlinder (Melitaea diamina) en de steppeparelmoervlinder (Mellicta aurelia). Een goed kenmerk is de aanwezigheid van een duidelijk zwarte vlek in cel c2 op de onderkant van de voorvleugel welke bij de steppeparelmoervlinder duidelijk afwezig is. Ten opzichte van de woudparelmoervlinder is de bosparelmoervlinder veel lichter van kleur. Het mannetje en het vrouwtje zijn gelijk. De bovenzijde van de vleugel is geelbruin of oranje met een netachtig patroon in donkerbruin of bruinzwart. De verhoudingen tussen oranje en bruinzwart variëren, evenals de tint van de oranje of bruine kleur. Langs de buitenranden van de vleugels bevinden zich witte en bruine randen. De onderkant van de voorvleugels is oranje met donkerbruine vlekken in een netvorming patroon. De buitenrand is lichtgeel. De onderkant van de achtervleugel heeft een patroon met dwarsbanden van geelwit, lichtgeel en oranje, gescheiden door smalle bruinzwarte lijnen. De vleugelribben zijn bruinzwart. De vliegperiode is in één generatie van begin juni tot eind juli en de spanwijdte bedraagt 29-42mm. Waardplant: hengel, smalle weegbree en gewone ereprijs. Engelse benaming: Heath Fritillary. Friese benaming: –
Vliegperiode:
Stam: Melitaeini
Onderstam: Phyciodina
Geslacht: Anthanassa
Oranje gevlekte aurelia – 2017 (CO)
(NCBI-index: 311017)
De oranje gevlekt aurelia (Anthanassa drusilla) is een vlinder die veel in Zuid-Amerika voorkomt. Op de bruine achtervleugel zit een oranje band met aan de buitenkant twee rijen van halve maantjes. Op de bruine voorvleugel zitten veel kleine en enkele grotere oranje vlekken. Er is een variant van deze aurelia (Anthanassa drusilla alceta) waar die vlekjes op de voorvleugel als een grote oranje band te zien is. Waardplant: –. Engelse benaming: Orange-patched Crescent. Friese benaming: –
Stam: Nymphalini
Geslacht: Araschnia
Landkaartje – 2010 (NL)
(NCBI-index: 171575)
Het landkaartje (Araschnia levana) is een bijzondere vlinder aangezien de voorjaarsgeneratie er heel anders uitziet dan de zomergeneratie. Bij de voorjaarsvorm is de bovenkant oranje met zwarte vlekken en bij de zomervorm is de bovenkant zwart met een geel of witachtige band in het zoomveld. De onderkant is donker roodbruin met witte aders en dwarslijnen waarbij de achtervleugel met een witachtige band in het zoomveld. De spanwijdte bedraagt 40-50mm. Het landkaartje vliegt in twee of drie generaties rond van april tot september. Volwassen vlinders genieten van de nectar van vele kruidachtige planten terwijl de mannetjes bekend staan om te genieten van zouten en andere voedingsstoffen van vochtige grond. Waardplant: grote brandnetel. Engelse benaming: Map Butterfly. Friese benaming: Lânkaartflinter.
Vliegperiode:
Stam: Nymphalini
Geslacht: Colubura
Zebravlinder – 2017 (CO)
(NCBI-index: 127333)
De zebravlinder (Colobura dirce), op zijn Engels “The Mosaic”, is een vlinder die in Nederland alleen in vlindertuinen gezien wordt. Ik heb deze vlinder in Medellin (Colombia) gespot in de wilde natuur. De onderkant van de vleugels laat wel zien hoe hij aan zijn naam komt. Er is een patroon van afwisselend bruine en witte strepen te zien. De zebravlinder lijkt erg op zijn familielid de Colobura annulata die erg schaars voorkomt. De zebravlinder is net iets kleiner, maar het grootste verschil zit hem in de bruine strepen in de top van de vleugel. Bij de zebravlinder worden die naar de top toe van vrij breed naar duidelijk dunner en zijn ook lichter van kleur. Op de onderkant van de achtervleugel zijn verder twee kleine oranje en blauwe vlekjes te zien. De bovenkant van de vleugels zijn donkerbruin tot zwart met op de voorvleugels dezelfde brede witgele band die ook op de onderkant te zien is. De zebravlinder zit graag op bomen met het hoofd naar beneden gericht. Waardplant: brandnetel. Engelse benaming: The Mosaic. Friese benaming: –
Stam: Nymphalini
Geslacht: Inachis
Dagpauwoog – 2008 (FR)
(NCBI-index: 171585)
De dagpauwoog (Inachis io) is een heel kleurrijke vlinder die tot drie generaties rondvliegt van februari tot oktober. Aan de bovenkant is deze vlinder roodachtig bruin met op elke vleugel een opvallende oogvlek om aanvallers af te schrikken. De oogvlekken op de achtervleugel zijn wit met een blauwe vlek erin terwijl de vlekken op de voorvleugel juist geel/blauw zijn met een roodachtig bruine vlek. De onderkant van de vleugels zijn daarentegen gitzwart. The spanwijdte is 63-69mm. Waardplant: grote brandnetel. Engelse benaming: Peacock Butterfly. Friese benaming: Deipau-each.
Vliegperiode:
Stam: Nymphalini
Geslacht: Nymphalis
Ondergeslacht: Polygonia
Gehakkelde aurelia – 2006 (NL)
(NCBI-index: 929971)
De gehakkelde aurelia (Nymphalis c-album) is een dagvlinder die in één tot drie generaties rondvliegt van februari tot oktober. De vleugels zijn grof gegolfd waarbij de bovenkant oranje is met zwarte vlekken en de onderkant bruin en hebben een spanwijdte van 55-56mm. Wanneer de vleugels in rusthouding tegen elkaar worden gehouden, lijkt de gehakkelde aurelia net een blad aan de boom door de vorm van de vleugels. Een uitmuntende camouflage. Opvallend is de C-vormige witte vlek op de onderkant van de achtervleugel. Daar heeft deze vlinder zijn naam dan ook aan te danken. Waardplant: brandnetel, hop, iep, ribes, wilg en hazelaar. Engelse benaming: Comma Butterfly. Friese benaming: C-flinter.
Vliegperiode:
Stam: Nymphalini
Geslacht: Nymphalis
Ondergeslacht: Polygonia
Zuidelijke aurelia – 2008 (JO)
(NCBI-index: 171598)
De zuidelijke aurelia (Nymphalis egea) is een vlinder die niet in Nederland voorkomt. Het is een vlinder die vanaf de Franse Middellandse zeekust naar het Oosten voorkomt. De zuidelijke aurelia lijkt nagenoeg op zijn familielid die hier voorkomt, echter de zwarte vlekken op de bovenkant zijn kleiner en op de onderkant zit een kleine witte L-vormige vlek. Waardplant: groot glaskruid. Engelse benaming: Southern Comma. Friese benaming: –
Stam: Nymphalini
Geslacht: Nymphalis
Ondergeslacht: Aglais
Kleine vos – 2008 (NL)
(NCBI-index: 111881)
De kleine vos (Nymphalis urticae) vliegt van één tot drie generaties rond van februari tot oktober. De bovenkant is oranje met een zwarte gekartelde band in buitenste randzone waarbij de kartels zijn opgevuld met blauw. Langs de voorrand van de voorvleugel zitten drie grote zwarte vlekken. De spanwijdte van de vleugels is 50-56mm. Bij deze vlinder is de beharing op het lichaam ook erg sterk aanwezig. Waardplant: grote brandnetel. Engelse benaming: Small Tortoiseshell. Friese benaming: Lytse foks.
Vliegperiode:
Stam: Nymphalini
Geslacht: Nymphalis
Ondergeslacht: Nymphalis
Grote vos – 2023 (NL)
(NCBI-index: 171594)
De grote vos (Nymphalis polychloros) is in Nederland een zeldzame vlinder. Deze vlinder heb ik voor het eerst gezien in het zuidelijkste puntje van Limburg. De bovenkant van de vleugels zijn oranjebruin en langs de achterrand van de achtervleugel liggen net als bij de kleine vos (Nymphalis urticae) blauwe maanvlekken. Echter langs de achterrand van de voorvleugel ontbreken die blauwe maanvlekken wat hem onderscheidt van de kleine vos. Een ander verschil zijn de vier zwarte vlekken in het midden van de voorvleugel ten opzichte van de drie bij de kleine vos. Langs de voorrand van de voorvleugel zijn duidelijk enkele zwarte vlekken te zien en de vleugelranden zijn zwart gekarteld. De vliegperiode is in één generatie van juni tot augustus en de spanwijdte bedraagt 68-72mm. Waardplant: iep. Engelse benaming: Large Tortoiseshell. Friese benaming: Grutte foks.
Vliegperiode:
Stam: Nymphalini
Geslacht: Vanessa
Distelvlinder – 2006 (NL)
(NCBI-index: 171605)
De distelvlinder (Vanessa cardui) is een trekvlinder die in Nederland in meerdere generaties voorkomt van maart tot oktober. De spanwijdte bedraagt 50-56mm. De onderkant van de achtervleugel heeft vier zwarte oogvlekken met geel omrand. De bovenkant is oranje met zwarte vlekken waarbij de punten van de voorvleugel zwart met witte vlekken heeft. Opvallend is de oranje beharing op het lichaam. Waardplant: akkerdistel, klit en brandnetel. Engelse benaming: Painted Lady. Friese benaming: Stikelflinter.
Vliegperiode:
Stam: Nymphalini
Geslacht: Vanessa
Atalanta – 2008 (NL)
(NCBI-index: 42275)
De atalanta (Vanessa atalanta) is in Nederland een zeer algemene trekvlinder die in meerdere generaties rondvliegt van maart tot november. Ieder jaar vanaf het voorjaar tot in de zomer, trekken de atalanta’s vanaf Noord-Afrika richting het Noord-Europa. Ze worden veel aangetroffen op vlinderstruiken bij mensen in de tuin, de bloemen van de klimop en op rottend fruit. De bovenkant van de vleugel is zwart met een oranjerode band en witte vlekken dichtbij de vleugelpunt. Langs de achterrand van de achtervleugel loopt een oranjerode band met zwarte kleine stipjes. De spanwijdte van de vleugels bedraagt 67-72mm. De vrouwtjes leggen eitjes zodat er frequent een aanwas van verse vlinders is tot in juli. Waardplant: grote brandnetel. Engelse benaming: Red Admiral. Friese benaming: Nûmerflinter.
Vliegperiode:
Stam: Nymphalini
Geslacht: Vanessa
Zuidelijke distelvlinder – 2017 (CO)
(NCBI-index: 171606)
De zuidelijke distelvlinder (Vanessa virginiensis) kwam ik in Medellín (Colombia) tegen. De kleuren van dit exemplaar, voornamelijk de oranje kleur, zijn helderder dan die van de gewone distelvlinder. Op de bovenkant van de achtervleugel zijn twee zwarte grote vlekken met een witte vlek erin aanwezig in tegenstelling tot de Europese vorm waar 4 kleine blauwe vlekjes aanwezig zijn. Op de onderkant van achtervleugel zijn twee donkere vlekken te zien met daar omheen een zwarte dunne cirkel. Bij de Europese vorm zijn dit vier vlekken. Waardplant: moerasdroogbloem. Engelse benaming: Painted Lady (American). Friese benaming: Súdlike stikelflinter.
Stam: Victorinini
Geslacht: Anartia
Scharlaken dagpauwoog – 2017 (CO)
(NCBI-index: 145890)
De scharlaken dagpauwoog of bruine dagpauwoog (Anartia amathea) komt vooral voor rondom het Andes gebergte. Deze mooi gekleurde grote schoenlapper heb ik gespot in Medellín (Colombia). Verse exemplaren hebben op de bovenkant van zowel de voor- als achtervleugel aan de binnenkant een mooie heldere rode strook die overgaat in zwart naar de buitenkant toe. Op de achtervleugel gaan de witte maanvlekken over in rode terwijl op de voorvleugel alleen witte vlekken aanwezig zijn. Naarmate de vlinder ouder wordt gaat de rode kleur over in oranje. Daarbij blijven de twee smalle rode of oranje gekleurde smalle strookjes op de voorvleugel intens van kleur. De vrouwtjes hebben vaak ook een minder intense kleur dan de mannetjes. Waardplant: kruidachtige planten. Engelse benaming: Brown Peacock. Friese benaming: –
Stam: Victorinini
Geslacht: Anartia
Witte dagpauwoog – 2017 (CO)
(NCBI-index: 165846)
De witte dagpauwoog (Anartia jatrophae) is een vlinder die vooral in Midden- en Zuid-Amerika voorkomt. Deze mooie grote schoenlapper is gespot in Medellín (Colombia). De bovenkant van de vleugels is wit met lichtbruine markeringen en een dubbele rij van lichtgekleurde maantjes. De voorvleugel heeft één zwarte en ronde vlek en de achtervleugel twee. Naarmate de vlinder ouder wordt vervagen de kleuren en lijkt hij nagenoeg wit. De witte pauw is een echte zon liefhebber. In de ochtend fladdert hij nog laag bij de grond, maar zodra de temperatuur stijgt gaat hij lekker op een blad zitten en met de vleugels gespreid genietend van de zon. Waardplant: waterhysop, phyla en wilde petunia. Engelse benaming: White Peacock. Friese benaming: –