Pyraustinae

De Pyraustinae is een onderfamilie van de grasmotten (Crambidae) en omvatten wereldwijd ongeveer 1400 soorten waarvan de meeste in de tropen voorkomen. Voorheen werd deze familie als onderfamilie van de snuitmotten (Pyralidae) gezien. Ze hebben een slank lichaam, brede vleugels en het achterlijf steekt vaak voorbij aan de achtervleugels. Veel soorten hebben larven die in de stengel of fruit van planten boren.

 

Geslacht: Anania

Gegolfde lichtmot – 2009 (NL)
(NCBI-index: 1.100908)

Het heeft vrij lang geduurd voordat ik de gegolfde lichtmot (Anania crocealis) op naam heb kunnen brengen. Uiteindelijk de juiste literatuur gekocht waar hij duidelijk in stond. Ook de scherpte en positie van foto nemen hielp niet mee. Gelukkig in 2023 eindelijk weer eens gezien en een betere foto kunnen maken. De basiskleur van de voorvleugel is lichtgeel, soms wat meer donkere exemplaren, met twee bruinige dwarslijnen die over de vleugel slingeren. Bij sommige exemplaren is nog een donkere punt te zien. Deze grasmot vliegt in één generatie van eind mei tot in september en de spanwijdte bedraagt 22-25 mm. De larven voeden zich in het hart van een scheut. Waardplant: donderkruid, heelblaadje. Engelse benaming: Ochreous Pearl. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Anania

Bonte brandnetelmot – 2016 (NL)
(NCBI-index: 1.594229)

De bonte brandnetelmot (Anania hortulata) is een heel opvallende verschijning en één van de grotere soorten binnen de groep grasmotten. De bovenkant van het borststuk is grotendeels geel en de rest van het lijf bestaat uit afwisselende gele en bruine banden. De grondkleur van de vleugels is wit met aan de uiteinden van beide vleugels een band van bruine vlekken. Bijna aan het uiteinde van de vleugels bevindt zich een tweede rij bruine vlekken.  Hij vliegt in één generatie van juni tot augustus en de spanwijdte bedraagt 24-28 mm. De larven zijn te vinden in een gesponnen of opgerold blad voordat ze tot ontwikkeling komen in een zijden cocon in een holle stengel of onder de bast. Waardplant: grote brandnetel. Engelse benaming: Small Magpie. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Anania

Gewone coronamot – 2017 (NL)
(NCBI-index: 1.107567)

De gewone coronamot (Anania coronata) is een gemakkelijk te herkennen vlinder. De vleugels zijn donkerbruin met daarop een paar grote vaalwitte vlekken. Aan de buitenzijde van die vlekken bevinden zich een aantal kleinere witte vlekjes. De vliegtijd is in één generatie van juni tot augustus en hij is ’s nachts actief. De spanwijdte bedraagt 22-26 mm en de larven voeden zich in een spinsel aan de onderkant van een jong blad. Waardplant: es, liguster, sering, vlier. Engelse benaming: Spotted Magpie. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Anania

Donkere coronamot – 2020 (NL)
(NCBI-index: 1.140612)

Anders dan zijn naam doet vermoeden is de donkere coronamot (Anania perlucidalis) helemaal niet donkerder dan de gewone coronamot (Anania coronata) en lijkt eigenlijk ook niet op zijn verwant. De voorvleugel is rond en heeft een parelachtige, doorschijnende witte kleur met halverwege bij de voorrand een donkere maanvormige vlek. Op zowel de voor- als achtervleugel zijn langs de achterrand twee donkerbruine golflijnen zichtbaar waarvan de buitenste breder is dan de binnenste. De vliegperiode is in één generatie van juni tot augustus en de spanwijdte bedraagt 21-23 mm. De larven voeden zich aan de onderkant van een opgerold blad. Waardplant: Akkerdistel, kale jonker. Engelse benaming: Fenland Pearl. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Anania

Lichtbalmot – 2024 (CH)
(NCBI-index: 1.005073)

In Nederland komt de lichtbalmot (Anania funebris) niet meer voor. De laatste waarneming was halverwege de vorige eeuw. Het is een zeer opvallende dagvliegende soort. Naast de tollende vliegbeweging heeft deze zwarte grasmot twee grote witte vlekken op zowel de voor- als achtervleugel. Soms zie je op de voorvleugel tussen de twee witte vlekken dichtbij de voorrand nog een klein wit vlekje. De vlekken lijken soms een beetje gelig. Net hoe het licht erop valt. Bij de vleugelwortel van de voorvleugel zit een geeloranje plukje langere haren. Het achterlijf is zwart met witte dunne ringen en loopt uit op een scherpe punt. De franjes van de vleugels zijn opvallend wit. De vliegperiode is in één generatie van mei tot juli en de spanwijdte bedraagt ongeveer 21 mm. Waardplant: bezembrem, heidebrem, guldenroede. Engelse benaming: White-spotted Sable. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Cnaphalocrocis

Rijstbladroller – 2010 (JP)
(NCBI-index: 437488)

De rijstbladroller (Cnaphalocrocis medinalis) is een soort die niet in Europa voorkomt. Ik heb deze grasmot dan ook in Japan gespot tijdens een werkbezoek aan Kyoto. De vleugels zijn bruingeel met twee duidelijk aanwezige donkerbruine dwarslijnen. De franjelijn bestaat uit een bruinige band en de voorrand van de vleugel is bruinzwart. De spanwijdte bedraagt ongeveer 16 mm. De larve vouwt een blad in de lengterichting en spint dit dicht waarna hij zichzelf voedt met het groene  weefsel. Waardplant: rijst. Engelse benaming: Rice Leafroller. Friese benaming:

 

Geslacht: Ostrinia

Maisboorder – 2009 (NL)
(NCBI-index: 29057)

De maisboorder (Ostrinia nubilalis) is een vlinder die algemeen in Nederland voorkomt. Het mannetje en vrouwtje verschillen qua kleur nog al van elkaar. De bovenkant van de voorvleugel van het mannetje is veelal roodbruin tot bruin en van het vrouwtje geelwit. Aan de buitenkant van de middelste dwarslijn is een gele strook aanwezig. Hij vliegt in één generatie van juni tot augustus en de spanwijdte bedraagt 26-30 mm. De larven boren zich in de stengel dichtbij de grond. Waardplant: maïs. Engelse benaming: European Corn-borer. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Pyrausta

Muntvlinder – 2017 (NL)
(NCBI-index: 1.594338)

De muntvlinder (Pyrausta aurata) is een kleine opvallend paarse vlinder met een op de vleugel aan de buitenzijde duidelijke ronde goudgele stip. Sommige exemplaren hebben daarnaast enkele kleine goudgele vegen op de  vleugel. De muntvlinder lijkt sterk op de purpermot (Pyrausta purpuralis), maar die heeft geen duidelijke goudgele stip op de vleugel. De purpermot heeft meer geelwitte vlakken en op de achtervleugel is ook een witte band te zien. Die band is bij de muntvlinder geler. Hij vliegt in twee generaties van mei tot september en is overdag ook actief. De spanwijdte bedraagt 18-20 mm en de larven voeden zich in een gesponnen web. Waardplant: watermunt, wilde marjolein, veldsalie, wild kattenkruid, steentijm. Engelse benaming: Small purple & gold. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Pyrausta

Weegbreemot – 2019 (NL)
(NCBI-index: 1.281420)

Het duurde even voordat de weegbreemot (Pyrausta despicata) stil ging zitten en ik hem op de foto kon zetten. Deze grasmot is gevlekt grijsbruin, bruin of zandkleurig. Er zitten twee donkere stippen in het midden van de vleugel, maar bij donkere exemplaren zie je die bijna niet. Langs de achterrand van de vleugel zit een lichtere zone en er vlak voor een lichtere vlek. De vliegperiode is in twee generaties van april tot in september en de spanwijdte bedraagt 14-19 mm. De larven voeden zich in groepjes in zijden spinsels. Waardplant: salie en weegbree. Engelse benaming: Straw-barred Pearl. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Pyrausta

Purpermot – 2023 (BE)
(NCBI-index: 1.101044)

Met zijn oranje geelkleurige tekening op de paarse vleugels lijkt de purpermot (Pyrausta purpuralis) op de muntvlinder (Pyrausta aurata). Op de bovenkant van de voorvleugel heeft de purpermot naast drie, verschillend in grootte, oranje gele vlekken een onregelmatig grotere vlek die vanuit de binnenrand richting de vleugelpunt afbuigt. In rusthouding lijkt het daardoor dat deze mot een snor heeft. De bovenkant van de achtervleugel is donkerbruin met een brede gele dwarslijn en nabij de vleugelwortel een gele ronde vlek. De vliegperiode is in twee generaties van maart tot begin september en de spanwijdte bedraagt ongeveer 20 mm. Waardplant: munt, marjolein. Engelse benaming: Common Purple & Gold. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Pyrausta

Witstreeplichtmot – 2024 (CH)
(NCBI-index: 1.101042)

De Nederlandse naam van de witstreeplichtmot (Pyrausta aerealis) is niet officieel. Deze grasmot kwam ik veel in Zwitserland tegen. De bovenkant van de voorvleugels zijn overwegend lichtbruin met op 3/4 een brede licht geelwitte zigzaggende dwarslijn. Langs de achterrand is een band te zien van dezelfde kleur. De vliegperiode is één generatie van mei tot juli en de spanwijdte bedraagt 18-26 mm. Waardplant: strobloem, rozenkransje. Engelse benaming: Folkstone Pearl. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Sitochroa

Fijne golfbandmot – 2024 (CH)
(NCBI-index: 1.344720)

De voorvleugel van de fijne golfbandmot (Sitochroa verticalis) is lichtgeel met oranjegele markeringen. De gekartelde dwarslijn op 2/3 is een beetje gebogen. Net voorbij halverwege de vleugel zit een niervormige vlek gevolgd door een ronde vlek. Hij lijkt erg op de maisboorder (Ostrinia nubilalis), maar de bovenkant van de voorvleugel heeft subtiele verschillen en de onderzijde heeft opvallende donkere constraterende markeringen. De vliegeriode is één generatie, soms een tweede, van juni tot augustus en de spanwijdte bedraagt 30-34 mm. Waardplant: melde, zuring, akkerdistel, brandnetel, knoopkruid. Engelse benaming: Lesser Pearl. Friese benaming:

Vliegperiode: