Ennominae

De Ennominae is de grootste onderfamilie van de spanners (Geometridae). Het zijn meestal vrij kleine vlinders alhoewel sommige wel wat groter kunnen worden. De afwezigheid van de ader M2 in de achtervleugel is karakteristiek voor deze onderfamilie.

 

Geslacht: Abraxas

Porseleinvlinder – 2017 (NL)
(NCBI-index: 190335)

De porseleinvlinder (Abraxas sylvata) vliegt in één en soms in twee generaties van mei tot september. Deze spanner rust met gedeeltelijk gespreide vleugels. Het lijf is geel met een zwart stippenpatroon en de vleugels zijn hoofdzakelijk wit met een zwarte met oranje vlekkenpatroon aan de binnenrand van de voorvleugels. The spanwijdte is 35-44mm. Ze vliegen al zodra het schemerig begint te worden. Dit jaar kwam ik er wel rond de 15 tegelijk tegen vroeg in de ochtend rustig fladderend rond enkele beuken. Waardplant: iep en beuk. Engelse benaming: Clouded Magpie. Friese benaming: Porsleinflinter.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Abraxas

Bonte bessenvlinder – 2017 (NL)
(NCBI-index: 1.007343)

De bonte bessenvlinder (Abraxas grossulariata) is een erg opvallend gekleurde vlinder. Het lijf is net als zijn familielid de porseleinvlinder geel met een zwart stippenpatroon. De vleugels zijn echter nog extremer bezaaid met zwarte stippen langs alle randen van de vleugels en langs de middellijn over de vleugels. Tussen de stippen en strepen op deze middellijn is een oranje kleuring te zien evenals dichtbij de kop in de vleugelpunten. De spanwijdte is 36-50mm. Hij vliegt in één generatie van mei tot september. Waardplant: diverse bessenstruiken. Engelse benaming: Magpie. Friese benaming: Bûnte beiflinter.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Alcis

Variabele spikkelspanner – 2023 (BE)
(NCBI-index: 174269)

Ondanks dat het een nachtvlinder is heb je soms geluk dat je de variabele spikkelspanner (Alcis repandata) overdag ondanks zijn schutkleur tegenkomt rustend op een boomstam. Het beste kenmerk, behalve bij extreem donkere of lichte exemplaren, is de donkere buitenste dwarslijn op de voorvleugel. Deze dwarslijn loopt met grote bogen over de bovenkant van de voorvleugel. Deze lijn is ononderbroken en opvallend golvend. De laatste kromming voor de voorrand is opvallend groot en heeft de vorm van een halve maan. De middelste dwarslijn is meestal vaag, maar vormt wel met de middenvlek vaak een donkere vlek in de voorste helft van de vleugel. Het is een hele variabele vlinder, die in alle tinten grijs voorkomt, vaak met bruin gemengd. Lichte exemplaren hebben soms een zeer donkere middenband op de voor- en achtervleugel. De achtervleugel heeft een geschulpte achterrand. De vliegperiode is in één generatie van begin mei tot half augustus en de spanwijdte bedraagt 30-45mm. Waardplant: diverse bomen en struiken. Engelse benaming: Mottled Beauty. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Biston

Peper-en-zoutvlinder – 2018 (NL)
(NCBI-index: 82595)

Een vrij grote spanner die in twee totaal verschillende kleurvormen kan voorkomen is de peper-en-zoutvlinder of berkenspanner (Biston betularia). De normale kleur van deze spanner is de karakteristieke zwart met witte peper-en-zouttekening. Er komen echter ook exemplaren voor waarvan de vleugels zwartbruin zijn waarbij je de donkere aders in de vleugels kunt zien, de ‘carbonaria’. Deze exemplaren waren ooit dominant in industriële gebieden met hoge niveaus van vervuiling. Het achterlijf is redelijk breed en op het borststuk is een grote bos haren te zien. De vliegperiode is van mei tot half augustus in één generatie en de spanwijdte is 44-56mm. Waardplant: diverse loofbomen. Engelse benaming: Peppered Moth. Friese benaming: Bjirkespanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Bupalus

Dennenspanner – 2020 (NL)
(NCBI-index: 104490)

Bij een nachtvlindersessie in een natuurgebied met veel bomen kwam de dennenspanner (Bupalus piniaria) op het felle licht af. Deze spanner houdt in de rusthouding zijn vleugels, in tegenstelling tot vele andere spanners, omhooggeklapt. De witte lengtestreep en donkere dwarslijnen op de onderkant van de achtervleugel zijn dan goed te zien. Bij het mannetje is varieert de grondkleur van de bovenkant van de vleugels van wit tot geel. Langs de achterrand van beide vleugels is een bruine zone te zien die bij de vleugelpunt van de voorvleugel zich breed uitbreidt richting de voorrand. Het vrouwtje is meer geelbruin en heeft niet van die donkere randen en donkere vleugelpunt. De spanwijdte bedraagt 34-40mm en de vliegperiode is van mei tot eind juli. Waardplant: Den. Engelse benaming: Bordered White. Friese benaming: Dinnespanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Cabera

Bruine grijsbandspanner – 2015 (NL)
(NCBI-index: 934826)

De bruine grijsbandspanner (Cabera exanthemata) is lichtbruin tot bruingrijs gespikkelde witte spanner. Op de vleugels zitten lichtbruine gebogen dwarslijnen, drie op de voorvleugel en twee op de achtervleugel. De spikkeling op de vleugels varieert in intensiteit. Bij het vrouwtje is de spikkeling meestal sterker. Deze spanner onderscheid zich van de witte grijsbandspanner vanwege de meer golvende dwarslijnen. De spanwijdte is 30-35mm. De vliegperiode is in twee generaties van april tot in september. Waardplant: wilg en populier. Engelse benaming: Common Wave. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Cabera

Witte grijsbandspanner – 2018 (NL)
(NCBI-index: 722659)

De witte grijsbandspanner (Cabera pusaria) lijkt op de bruine grijsbandspanner, maar heeft grijzere dwarslijnen die op de voorvleugel ook nagenoeg recht zijn. De drie zilvergrijze dwarslijnen op de voorvleugel zijn duidelijker zichtbaar dan de twee op de achtervleugel. Soms kunnen één of meerdere lijnen ontbreken. De spanwijdte is 25-28mm. De vliegperiode is van april tot in september in twee generaties. Het exemplaar dat ik als eerste spotte was net uit de pop gekropen. De vleugels waren nog niet geheel uitgevouwen en opgedroogd. Waardplant: berk, hazelaar, haagbeuk en zwarte els. Engelse benaming: Common White Wave. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Campaea

Appeltak – 2018 (NL)
(NCBI-index: 934813)

Nadat ik in 2017 erg enthousiast reageerde op de eerste spot van zomervlinder, nu weer enthousiast over zo’n grote groene spanner die hier bij mij thuis in de nachtelijke uren rondvliegt. De appeltak (Campaea margaritaria) is een opvallende groene vlinder met twee witte dwarslijnen op de voorvleugel en één op de achtervleugel die aan één kant zijn afgezet met een groengele lijn. De groene kleur is het best te zien bij verse exemplaren. Na enkele dagen vervaagd die groene kleur en kan zelfs helemaal overgaan in een witte kleur. Bij de enigszins haakvormige vleugelpunt is een rood vlekje te herkennen. De vliegperiode is van mei tot in september in twee generaties en de spanwijdte is 36-52mm. De tweede generatie is vaak kleiner en donkerder van kleur. Waardplant: diverse loofbomen. Engelse benaming: Light Emerald. Friese benaming: Griene wytbânspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Chiasmia

Klaverspanner – 2017 (NL)
(NCBI-index: 722671)

De klaverspanner (Chiasmia clathrata) is een gemakkelijk te determineren spanner die overdag rondvliegt. Hij heeft een mooi netwerk van bruine aders en dwarslijnen op een geelachtige ondergrond. De dwarslijnen zijn dik en de aders dun. De randen van de vleugels zijn afwisselend bruin en wit geblokt. Soms kom je hele donkere vorm tegen. The volwassen spanners vliegen bij zonlicht en zijn snel verstoord wanneer ze in de vegetatie zitten. De klaverspanner vliegt in twee generaties van april tot september en de spanwijdte is 22-30mm. Waardplant: klaver en luzerne. Engelse benaming: Latticed Heath. Friese benaming: Klaverspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Crocallis

Kortzuiger – 2020 (NL)
(NCBI-index: 934829)

Elk jaar is er wel verbazing om en enthousiasme over een nieuwe soort. In mijn achtertuin zat ineens een nachtvlinder met een bijzondere naam, de kortzuiger (Crocalis elinguana). Alhoewel er enige variatie in kleur en intensiteit van de vleugelkenmerken is, valt de brede bruine middenband, met een duidelijke zwartbruine vlek, op de verder gelige spanner goed op. De bruine middenband lijkt een soort driehoek waarbij de brede basis aan de voorrand begint. De randen van de band zijn iets donkerder bruin gekleurd. De achtervleugel is iets lichter en egaler gekleurd. In de rusthouding worden de vleugels plat gehouden waarbij de voorvleugels over de achtervleugels liggen. De vliegperiode is van juni tot in augustusin één generatie en de spanwijdte bedraagt 36-44mm. Waardplant: diverse loofbomen en struiken. Engelse benaming: Scalloped Oak. Friese benaming: Koartsûger.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Ectropis

Gewone spikkelspanner – 2017 (NL)
(NCBI-index: 572747)

De gewone spikkelspanner (Ectropis crepuscularia) is een soort die zeer variabel in kleur is. Dit maakt het net als bij andere spikkel-, dwerg- en stipspanners moeilijk te determineren. De gewone spikkelspanner varieert van wit of bruinwit tot bruin of grijsbruin. Het is een relatief grote spanner waarbij de binnenste aders op de bovenkant van de voorvleugel zijn aangemerkt met dunne zwarte streepjes. Voorbij de buitenste dwarslijn is een witte lijn zichtbaar. De gewone spikkelspanner vliegt in twee generaties van februari tot september en de spanwijdte is 30-40mm. Waardplant: diverse loofbomen. Engelse benaming: Small Engrailed. Friese benaming: Gewoane spikkelspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Ematurga

Gewone heispanner – 2018 (NL)
(NCBI-index: 2.876618)

De gewone heispanner (Ematurga atomaria) is een dagactieve nachtvlinder die vooral op en rond heide fladdert. Met warm weer zijn snel opgejaagd om een paar meter verder weer te gaan rusten. De kleuren van deze spanner zijn zeer variërend. De grondkleur loopt van wit, vooral bij het vrouwtje, tot warm lichtbruin geelbruin of donkergrijs. Op zowel de voor- als achtervleugel zitten meerdere donkerbruine dwarslijnen in de vorm van smalle banden die variëren in breedte. De centrale dwarslijnen lopen bij de binnenrand van de voorvleugel naar elkaar toe of soms in elkaar over. De banden zijn niet altijd even duidelijk. Soms zijn er alleen donkere vlekjes aanwezig. De vliegperiode is in twee generaties van april tot in augustus en de spanwijdte is 24-30mm. Waardplant: diverse kruidachtige en houtige planten. Engelse benaming: Common Heath. Friese benaming: Heidespanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Ennomos

Gehakkelde spanner – 2020 (NL)
(NCBI-index: 934814)

Een spanner die effen, zelden vaag gespikkelde, oranjegele of reebruine vleugels heeft is de gehakkelde spanner (Ennomos erosaria). Over de voorvleugels lopen twee bruine dwarslijnen die in de richting van de binnenrand iets naar elkaar toe lopen. De buitenste dwarslijn heeft geen kronkel, wat hem onderscheidt van het geelblad (Ennomos quercinaria), en welke bij de voorrand richting de vleugelpunt wijst. Een ander kenmerkend onderscheid met het geelblad is dat de gehakkelde spanner in rusthouding de vleugels sterker schuin omhoog steekt. De gemakkelijkste manier om ze te onderscheiden is de kleur van de poten. De gehakkelde spanner heeft gele poten en het geelblad heeft als het ware witte ‘kniesokken’ aan. De spanwijdte bedraagt 30-35mm en de vliegperiode is van juni tot half oktober in één of soms twee generaties. Waardplant: Diverse loofbomen. Engelse benaming: September Thorn. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Ennomos

Geelschouderspanner – 2021 (NL)
(NCBI-index: 942213)

Kenmerkend voor de geelschouderspanner (Ennomos alniaria) is, zoals de naam al aangeeft, het knalgele borststuk dat sterk afsteekt tegen de donkere vleugels die variabel gespikkeld zijn en een golvende achterrand hebben. De franjes zijn alternerend zwartbruin en wit en in rusthouding worden de vleugels schuin omhoog gehouden. De buitenste dwarslijn op de voorvleugel heeft een vrij sterke kromming en bereikt de voorrand in een geleidelijke boog. Hierbij is de afstand van dit punt tot aan de vleugelpunt in verhouding kleiner dan bij de andere Ennomos-soorten. Meestal is een middenstip op de oranje gele, soms vaalgele, voorvleugel herkenbaar. De spanwijdte bedraagt 38-42mm en de vliegperiode is in één generatie van half juli tot half oktober. Waardplant: diverse loofbomen. Engelse benaming: Canary-shouldered Thorn. Friese benaming: Gielskouderspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Ennomos

Iepentakvlinder – 2021 (NL)
(NCBI-index: 721134)

Eén van de grotere Ennomos-soorten is de iepentakvlinder (Ennomos autumnaria). De vleugels zijn in de rusthouding schuin omhoog wat deze spanner onderscheidt van het geelblad (Ennomos quercinaria) die de vleugels platter houdt in rusttoestand. De achterrand van de vleugel is golvend waarbij de franjes in de golf wit zijn en op de punten donkerbruin. Het borststuk heeft dezelfde kleur als de rest van het lichaam wat onderscheidend is ten opzichte van de geelschouderspanner (Ennomos alniaria) die een citroengeel borststuk heeft. De geeloranje vleugels zijn grof donkerbruin gespikkeld waarbij de dwarslijnen vaak vaag te zien zijn. De spanwijdte bedraagt 40-50mm en de vliegperiode is in één generatie van half juni tot eind september. Waardplant: diverse loofbomen. Engelse benaming: Large Thorn. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Epione

Puntige zoomspanner – 2017 (NL)
(NCBI-index: 934834)

De puntige zoomspanner (Epione repandaria) heeft een oranje voorvleugel waarop een brede bruinroze zoom zit die spits toeloopt naar de vleugelpunt. De vorm van de donkere rand helpt bij het onderscheiden van de zoomspanner (Epione vespertaria). Deze spanner vliegt in twee generaties van juni tot oktober en worden vaak zodra het donker begint te worden vliegend waargenomen. De spanwijdte bedraagt 25-30mm. Waardplant: wilg, els, populier en sleedoorn. Engelse benaming: Bordered Beauty. Friese benaming: Puntseamspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Hypomecis

Ringspikkelspanner – 2020 (NL)
(NCBI-index: 439567)

De ringspikkelspanner (Hypomecis puncinalis) is een vrij gote, meestal grijs- tot grijsbruingekleurd, spanner die gelijkenis vertoond met de taxusspikkelspanner (Peribatodes rhomboidaria). Deze is echter kleiner en mist de donkere geringde middenvlek met lichtere kern op de achtervleugel. De buitenste dwarslijn op de voorvleugel, een combinatie van een donkere en witte golflijn, loopt recht vanaf de achterrand richting de voorrand waar hij iets afbuigt. De buitenste en middelste dwarslijn zijn nooit verbonden bij de achterrand. Hiermee onderscheidt hij zich van de grote spikkelspanner (Hypomecis roboraria). Een ander onderscheidend kenmerk tussen deze twee is de onderkant van de vleugelpunt van de voorvleugel. Bij de ringspikkelspanner ontbreekt de lichte vlek. De spanwijdte bedraagt 46-55mm en de vliegperiode is van april tot eind juli. Waardplant: Diverse loofbomen en struiken. Engelse benaming: Pale Oak Beauty. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Ligdia

Aangebrande spanner – 2017 (NL)
(NCBI-index: 934875)

De aangebrande spanner (Ligdia adustata) is een makkelijk te herkennen spanner die in de nacht actief is. De bovenkant van de voorvleugels zijn wit en bij de vleugelwortel zit een zwarte vlek. Aan het uiteinde zit een brede zwarte dwarsband. De vleugelpunt is wit met wat oker. De achtervleugel is wit. Het borststuk is donker gevolgd door een witte band. Het achterlijf is wit met donkere ringen. De vliegperiode is van april tot september in twee generaties en de spanwijdte is 20-25mm. Waardplant: wilde kardinaalsmuts. Engelse benaming: Scorched Carpet. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Lomaspilis

Gerande spanner – 2017 (NL)
(NCBI-index: 722666)

De gerande spanner (Lomaspilis marginata) is een witte spanner die opvalt door meerdere onregelmatige zwartbruine vlekken langs de randen van de voor- en achtervleugel. De mate van de donkere randen kan erg verschillen en kan soms doorlopen tot het midden van de vleugels. Hij vliegt in meerdere generaties van april tot september en de spanwijdte is 22-28mm. Waardplant: wilg en populier. Engelse benaming: Clouded Border. Friese benaming: Rânespanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Lomographa

Tweevlekspanner – 2023 (NL)
(NCBI-index: 393326)

Een spanner die zijn naam eer aan doet vanwege de zwarte vlekjes langs de voorrand van de voorvleugel is de tweevlekspanner (Lomographa bimaculata). Verscholen in het groene struikgewas valt deze witte spanner wel op. De twee zwarte vlekken vormen het begin van twee, vaak nauwelijks zichtbare, dwarslijnen die bestaan uit donkere stippen. De zo gevormde dwarslijnen lopen naar de achterrand van de voorvleugel. Het zoomveld van de voorvleugel kan bruinig gekleurd zijn. Over de grotendeels witte achtervleugel loopt slechts één zwakke dwarslijn. De vliegperiode is in één soms twee generaties van half april tot juli en de spanwijdte bedraagt 22-26mm. Waardplant: meidoorn en sleedoorn. Engelse benaming: White-pinion Spotted. Friese benaming: Twaflekspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Macaria

Klaverblaadje – 2017 (NL)
(NCBI-index: 688445)

Het klaverblaadje (Macaria notata) heeft een witachtig grijsbruin gespikkelde voorvleugel met een zwarte pootafdruk. De achtervleugel is sterk gepunt. De spanwijdte is 28-32mm. Deze vlinder vliegt in twee generaties van april tot september. Waardplant: loofbomen vooral berk. Engelse benaming: Peacock Moth. Friese benaming: Klaverbledsje.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Macaria

Donker klaverblaadje – 2018 (NL)
(NCBI-index: 934878)

Het donker klaverblaadje (Macaria alternata) lijkt zeer sterk op het iets grotere klaverblaadje (Macaria notata). Op de voorvleugel is vaak een duidelijke grijze dwarsband te zien die bij het klaverblaadje ontbreekt. Bij het klaverblaadje loopt namelijk een smalle dwarslijn aan de binnenzijde van de ‘pootafdruk’. De grijze dwarsband van het donker klaverblaadje loopt door de zwarte vlek die op een ‘pootafdruk’ lijkt en loopt door over de achtervleugel. De uitholling aan de achterrand van de voorvleugel is net als de franje zeer donker. De bruine vlek bij de voorrand is smal. Langs de rand van de achtervleugel loopt meestal een regelmatig onderbroken of uit stippen bestaande lijn. De vliegperiode is in twee generaties van april tot september. Waardplant: diverse loofbomen en struiken. Engelse benaming: Sharp-angled Peacock. Friese benaming: Donker klaverbledsje.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Macaria

Gerimpelde spanner – 2020 (NL)
(NCBI-index: 934879)

Om overdag spanners op de foto te krijgen is best moeilijk. Vaak vliegen ze onrustig weg om in de begroeiing aan de onderkant van een blad te gaan zitten. De gerimpelde spanner (Macaria liturata) koos ervoor om even op de grond uit te rusten. Op de bovenkant van de grijze voorvleugel zijn drie donkere dwarslijnen te zien die bij de voorrand enigzins verdikt eindigen. Opvallend is de oranjebruine band in het zoomveld op zowel de voor- als achtervleugel en de oranjebruine kop. De oranjebruine band eindigt bij de voorrand van de vleugel in een meer donkere kleur welke bij oudere exemplaren met een vervaging van de kleuren nog steeds duidelijk zichtbaar blijft. Dichtbij de vleugelpunt van de voorvleugel zit een uitholling in de achterrand en de achtervleugel is iets gepunt. De spanwijdte bedraagt 22-27mm en de vliegperiode is van mei tot in september. Waardplant: Diverse naaldbomen. Engelse benaming: Tawny-barred Angle. Friese benaming: Rimpele spanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Macaria

Bosbesbruintje – 2023 (NL)
(NCBI-index: 685373)

Het bosbesbruintje (Macaria brunneata) is een goed herkenbare kleine oranjebruine spanner met in rust vlak liggende vleugels en tamelijk afgeronde vleugelpunten. Hij zit in rusthouding soms ook met de vleugels opgeklapt. Over de voorvleugel lopen vier donkere roodbruine lijnen en het mannetje heeft vaak een kleine centrale vlek. Het vrouwtje heeft een duidelijker tekening dan het mannetje en de vleugels zijn iets smaller en minder afgerond. De intensiteit van de kleur varieert en afgevlogen mannetjes zijn vaak bleek en zwak getekend. De tekening is ook aan de onderzijde van de vleugels goed te zien. De vliegperiode is in één generatie van mei tot juli en de spanwijdte bedraagt 25-30mm. Waardplant: blauwe bosbes. Engelse benaming: Rannoch Looper. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Melanchroia

Witvlekspanner – 2017 (CO)
(NCBI-index: 714797)

De witvlekspanner (Melanchroia chephise) is een spanner die ik in Medellin (Colombia) heb gespot. Deze dagactieve vlinder komt niet voor in Europa. Het is een zwarte spanner waarbij je heel duidelijk de witte aders ziet. Op de vleugelpunten zit een witte vlek. Het voorlijf is oranje, dat soms ook nagenoeg afwezig is, terwijl de rest van het lichaam zwartgrijs is. Waardplant: wolfsmelk soorten. Engelse benaming: White-tipped Black. Friese benaming:

 

Geslacht: Opisthograptis

Hagedoornvlinder – 2017 (NL)
(NCBI-index: 934882)

De hagedoornvlinder (Opisthograptis luteolata) is een opvallende gele vlinder met langs de voorrand vlakbij de vleugelpunt een donkerbruine vlek en halverwege de vleugel een soort bruin omlijnd wit kroontje. De voorrand zelf is soms bruin en in de franje zitten donkerbruine stippen. De vliegperiode is van april tot oktober in twee generaties en de spanwijdte is 28-42mm. Waardplant: diverse bomen en struiken. Engelse benaming: Brimstone Moth. Friese benaming: Hagedoarnspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Ourapteryx

Vliervlinder – 2017 (NL)
(NCBI-index: 934883)

De vliervlinder (Ourapteryx sambucaria) is een goed herkenbare vlinder vanwege zijn opvallend puntige staartje aan de achtervleugel waarop twee bruinrode stippen liggen. Beide vleugels zijn van de verse exemplaren licht citroengeel en worden steeds witter gedurende de tijd. Op de voorvleugel zijn twee donkere dwarslijnen zichtbaar met daartussen een klein streepje. Over de achtervleugel loopt één dwarslijn. De spanwijdte is 44-60mm. De vliervlinder vliegt in één generatie van mei tot augustus. Waardplant: vlier en klimop. Engelse benaming: Swallow-tailed Moth. Friese benaming: Flearespanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Peribatodes

Taxusspikkelspanner – 2014 (NL)
(NCBI-index: 190356)

De taxusspikkelspanner (Peribatodes rhomboidaria) is een vrij grote grijze spanner met een kenmerkende buitenste dwarslijn op de bovenkant van de voorvleugel. Deze lijn maakt bij de voorrand een sterke knik en loopt op de binnenste vleugelhelft recht. De middelste en buitenste dwarslijn beginnen wijd uit elkaar en lopen naar de binnenste helft naar elkaar toe. Aan de onderkant van de voorvleugel bevindt zich een opvallende, maar vage, vierkante vlek dichtbij de vleugelpunt. Deze spanner vliegt in één generatie van mei tot september en de spanwijdte is 34-48mm. Waardplant: diverse bomen en planten. Engelse benaming: Willow Beauty. Friese benaming: Taksusspikkelspanner.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Petrophora

Varenspanner – 2017 (NL)
(NCBI-index: 875879)

De varenspanner (Petrophora chlorosata) heeft licht bruinachtige vleugels met twee bruingerande zilverachtige vlekken met daartussen een donkere middenvlek. Deze spanner houdt in rust de voorvleugels naar achteren over de achtervleugels heen. De spanwijdte is 31-37mm. Hij vliegt in één generatie van april tot juli. Waardplant: adelaars- en moerasvaren. Engelse benaming: Brown Silver-line. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Plagodis

Lindeknotsvlinder – 2018 (NL)
(NCBI-index: 934889)

Wanneer je naar de vleugels van de lindeknotsvlinder (Plagodis dolabraria) kijkt denk je dat het een verschroeid en verschrompeld stukje papier is. De volwassen vlinders worden overdag nauwelijks gezien, waarschijnlijk omdat ze in de toppen van de bomen zitten, en komen goed op smeer. De basiskleur is crème kleurig met daarop een patroon van vele lichtbruine gebogen lijntjes. Halverwege de achterrand van de voorvleugel zit een donkerbruine vlek. Het mannetje houdt in rusttoestand het uiteinde van het achterlijf omhoog. De binnenrandhoeken van de voor- en achtervleugel liggen in rusthouding tegen elkaar aan. De vliegperiode is van mei tot in juli in één generatie en de spanwijdte is 28-32mm. Waardplant: diverse loofbomen. Engelse benaming: Scorched Wing. Friese benaming: Linebeamknotsflinter.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Pseudopanthera

Boterbloempje – 2023 (BE)
(NCBI-index: 1.007708)

Een overdag actieve nachtvlinder die bij zonnig weer soms in grote getale langs bosranden en droge gebieden rondvliegt. In Nederland is deze nachtvlinder vrij zeldzaam. Het boterbloempje (Pseudopanthera macularia) is een opvallende verschijning met zijn bruine vlekken op de gele voor- en achtervleugel. De intensiteit van het geel en de donkere vlekken zijn enigszins variabel. De vliegperiode is in één generatie van april tot juli en de spanwijdte bedraagt 23-28mm. Soms is er een tweede partiële generatie in augustus tot september. Waardplant: valse salie. Engelse benaming: Speckled Yellow. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Geslacht: Siona

Vals witje – 2023 (DE)
(NCBI-index: 190364)

Een zeer kenmerkende soort voor Nederland is het vals witje (Siona lineata). Er is geen andere spanner die witte of crèmekleurige vleugels heeft met aan de onderzijde opvallend zwarte vleugeladers en banden. Verse vlinders zijn vooral bij het borststuk crèmekleurig, maar naarmate ze ouder worden, worden de vleugels steeds witter. Door het verdwijnen van de schubben worden de donkere aders steeds meer zichtbaar en zie je ze aan de bovenkant van de vleugels ook. Het mannetje heeft een lang slank achterlijf waarvan het uiteinde omhoog is gekromd. Het achterlijf van het vrouwtje, dat van voren breed is en aan het uiteinde spits, is niet gekromd. Het vrouwtje heeft daarnaast iets kleinere en hoekigere vleugels. De vliegperiode is van eind april tot eind juni in één generatie en de spanwijdte bedraagt 35-40mm. Waardplant: diverse kruidachtige en houtige planten. Engelse benaming: Black-veined Moth. Friese benaming:

Vliegperiode: