Voor een juiste determinatie van vuurvlinders (Lycaeninae), een subfamilie van de Lycaenidae, is het belangrijk om goed op de onderkant van de vleugels te letten. Met name bij vrouwtjes, die soms moeilijk te herkennen zijn, is dit van belang. Vuurvlinders zijn vaak vuurrood aan de bovenkant van de vleugels en bij vele soorten ligt er nog een violette kleur over de vleugels heen.
Geslacht: Lycaena
Kleine vuurvlinder – 2016 (NL)
De kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas) is een dagvlinder en vliegt gedurende het jaar in drie generaties rond, van eind april tot eind juni, van eind juni tot begin oktober en van begin september tot eind oktober. Mannetjes zijn territoriaal, kiezen vaak een kaal stuk grond of een steen waar ze wachten om achter vrouwtjes aan te jagen. Ze zijn agressief naar passerende insecten en keren terug naar hun plek zodra de jacht voorbij is. Determinatie is redelijk eenvoudig waarbij de bovenkant van de achtervleugel lichtgrijs of donker (zomervorm) is met een oranjerode band in de binnenste randzone. De bovenkant van de voorvleugel is oranjerood met zwarte stippen en met een donkere rand. De spanwijdte is 32-35mm. Waardplant: schapenzuring. Engelse benaming: Small Copper. Friese benaming: Lytse fjoerflinter.
Geslacht: Lycaena
Bruine vuurvlinder – 2017 (NL)
De bruine vuurvlinder (Lycaena tityrus) is een dagvlinder die schaars voorkomt in Nederland. Deze standvlinder vliegt in één of meerdere generaties rond van april tot oktober. De bovenkant van de voorvleugel van het mannetje is bruin met zwarte stippen waar het vrouwtje een patroon van oranje-gele vlekjes vertoond. De achtervleugel is voor beide bruin met oranje vlekjes bij de achterrand. De onderkant van de vleugels zijn grijs met zwarte vlekjes en oranje maanvlekken bij de buitenste rand. Het vrouwtje heeft aan de onderkant van de voorvleugel een oranje gloed wat bij het mannetje ontbreekt. De franjes zijn intens wit. Waardplant: schapenzuring. Engelse benaming: Sooty Copper. Friese benaming: Brune fjoerflinter.