Spinners

Spinners (Lasiocampidae) zijn middelgrote tot grote vlinders met harige lichamen. In rusthouding hebben deze vlinders hun brede afgeronde vleugels als een dak boven hun lichaam. Opvallend is dat de achtervleugel dan net onder de voorvleugel uitsteekt. Zodra deze grote vlinders in de avond op het licht afkomen hoor je ze op het laatste moment duidelijk aankomen. Door de snelle vleugelslag maken ze een geluid als een ‘spinner’.

 

Onderfamilie: Lasiocampinae
Geslacht: Euthrix

Rietvink – 2017 (NL)
(NCBI-index: 624169)

De rietvink (Euthrix potatoria) is nou niet een nachtvlinder die ik bij mij thuis in het dorp verwachtte aangezien er weinig rietkragen direct in de buurt zijn. Mannetjes komen vaker op licht af dan de vrouwtjes. Ze hebben een opmerkelijke snuit door hun sterk behaarde palpen. Verder heeft de rietvink op de geelbruine voorvleugel naast de witte middenvlek een extra kleine witte vlek. Aan het uiteinde van de vleugel is een golflijn te zien en daar vlak voor een bruine naar de vleugelpunt lopende dwarslijn. De vliegperiode is van juni tot in augustus in één generatie. Waardplant: kropaar en duinriet. Engelse benaming: Drinker moth. Friese benaming: Reidspinner.