Ipimorphinae

De Ipimorphinae is een onderfamilie van de uilen (Noctuidae). Het is een vrij kleine onderfamilie met de geslachten Balsa, Cosmia en Eupsilia.

 

Geslacht: Cosmia

Hyena – 2011 (NL)
(NCBI-index: 116126)

De hyena (Cosmia trapezina) heeft op de voorvleugel een diagonale dwarslijn die van de voorrand naar de binnenrand loopt. De buitenste dwarslijn loopt van de voorrand via een scherpe hoek naar de binnenrand. In rusthouding lijkt het dan ook of er een V op de vleugels getekend is. De niervlek is goed zichtbaar door de zwarte stip die hierin aanwezig is. Er zijn ook exemplaren die lichtgekleurd zijn en waar de band tussen beide dwarslijnen zeer donker gekleurd is. De hyena vliegt in één generatie van juni tot oktober en de spanwijdte bedraagt 25-33mm. Waardplant: eik, berk, iep, sleedoorn, meidoorn, hazelaar, wilg, ratelpopulier en spaanse aak. Engelse benaming: The Dun-bar. Friese benaming: Hyenaûltsje.

Vliegperiode:

 

Geslacht: Cosmia

Maanuiltje – 2023 (BE)
(NCBI-index: 987909)

Het opvallendste kenmerk van het maanuiltje (Cosmia pyralina) is de witachtig roze halvemaanvormige vlek langs de voorrand van de voorvleugel dichtbij de vleugelpunt. Vanwege de vaak roze en zacht paarse kleur doet deze vlek enigszins denken aan een rozenblaadje. Op de bruine vleugels is een roodbruine dwarsband aanwezig waarbij de binnenste dwarslijn donker en getand is. De buitenste dwarslijn is licht afgezet en loopt met een boog weg vanaf de voorrand. Het ontbreken van een ringvlek met een donkere kern vormt het belangrijkste onderscheidende kenmerk met de donkere iepenuil (Cosmia affinis). De iepenuil heeft verder vrij grote, scherp afgetekende witte vlekken langs de voorrand en mist de halvemaanvormige vlek bij de vleugelpunt. De vliegperiode is in één generatie van begin juni tot half augustus en de spanwijdte bedraagt 29-34mm. Waardplant: meidoorn, sleedoorn, appel en iep. Engelse benaming: Lunar-spotted Pinion. Friese benaming:

Vliegperiode: