Cochylini

De Cochylini is een stam binnen de onderfamilie Tortricinae die onder de familie bladrollers (Tortricidae) valt. Dit is een grote stam met meer dan 1000 beschreven soorten. De Cochylini komen voor in alle faunaregio’s, maar komen voornamelijk in de koudere delen van het Noordelijk halfrond en Midden- en Zuid-Amerika. In Europa komen onder andere de geslachten Aethes, Agapeta, Cochylis en Phalonidia voor. De larven voeden zich door in wortels, stengels en zaden te boren. Kenmerkende eigenschappen voor de groep zijn onder andere het vleugelpatroon, de structuur van de aderen en van de mannelijke geslachtsorganen.

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Aethes

Donker c-smalsnuitje – 2020 (NL)
(NCBI-index: 1.594218)

Het donker c-smalsnuitje (Aethes rubigana) lijkt heel erg op het c-smalsnuitje (Aethes cnicana). Het grote verschil zit in de donkere dwarsband op de crèmewitte voorvleugel die bij het donkere c-smalsnuitje breder is dan bij het c-smalsnuitje. Op de voorvleugel zijn verder lichtbruine vlakken te zien waarbij de twee vlekken dichtbij de voorrand iets donkerder gekleurd zijn. De vliegperiode is in één generatie van begin juni tot in augustus en de spanwijdte bedraagt 15-19 mm. De larven voeden zich in zaden. Waardplant: grote klit. Engelse benaming: Burdock Conch. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Aethes

Kommabladroller – 2020 (NL)
(NCBI-index: 1.594220)

De kommabladroller (Aethes smeathmanniana) heeft een vaalgele, met enkele geelbruine vlekken, voorvleugel. Verder zijn twee oranjebruine of roodbruine dwarsbanden te zien die vanaf de binnenrand naar het midden lopen. De dwarsband op 1/3 loopt door tot het midden, de dwarsband op 2/3 is vrij kort. De vliegperiode is in één generatie van begin mei tot midden juni en de spanwijdte bedraagt 12-19 mm. De laven voeden zich in de zaden zoals het duizendblad die ik als waardplant in mijn tuin heb staan. Waardplant: duizendblad, zwart knoopkruid, valse kamille. Engelse benaming: Yarrow Conch. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Agapeta

Distelbladroller – 2017 (NL)
(NCBI-index: 1.100904)

De distelbladroller (Agapeta hamana) of klaverbladroller heeft een heldere lichtgele voorvleugel. Op de voorvleugel komen, verschillend in aantal, oranje of bruine markeringen voor die in intensiteit verschillen. In ieder geval is er altijd een duidelijke brede lijn van het midden naar de binnenhoek van de vleugels. Vliegt in de avond en komt gemakkelijk op licht. De vliegperiode is van april tot september in mogelijk één generatie en de spanwijdte bedraagt 15-24 mm. De larven voeden zich in de wortels. Waardplant: klaver, akkerdistel. Engelse benaming: Common Yellow Conch. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Cochylimorpha

Moerasbladroller – 2022 (NL)
(NCBI-index: 1.660606)

Het is altijd weer een verrassing om nieuwe bladrollers te ontdekken in de nachtvlinderval. Aangezien veel bladrollers op het eerste oog op elkaar lijken, blijf ik alert op mogelijk nieuwe soorten. De moerasbladroller (Cochylimorpha straminea) is zo’n bladroller die gelijkende soorten heeft. Het is een vrij effen bleekgele mot, met een bleke, roestkleurige band die een ‘V’-patroon op zijn rug vormt. Er is zijn wat donkerbruine vlekjes langs de voorrand dichtbij de vleugelpunt. Verder zijn dichtbij de achterrand wat bruine vlekjes, maar geen van de markeringen is bijzonder uitgesproken. De vliegperiode is in twee generaties van mei tot september en de spanwijdte bedraagt 10-16 mm. De larven voeden zich in de stengel net onder de bloemknop of in jonge scheuten wat de tweede generatie betreft. Waardplant: duizendknoop. Engelse benaming: Straw Conch. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Cochylis

Vroege dwergbladroller – 2021 (NL)
(NCBI-index: 1.594254)

De vroege dwergbladroller (Cochylis nana) heeft een witte kop en een witte voorvleugel waarop vrij aanwezige vaal geelbruine vlekken te zien zijn. De wortel van de vleugel is grijs wat zich uitstrekt langs de voorrand. Halverwege loopt vanaf de binnenrand een grijs geschakeerde dwarsband die richting de voorrand smaller wordt. In het midden van deze dwarsband is een geelbruine vlek te zien. De vliegperiode is van mei tot in juli in één generatie en de spanwijdte bedraagt 9-13  mm. Waardplant: berk. Engelse benaming: Birch Conch. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Eulia

Papegaaibladroller – 2019 (NL)
(NCBI-index: 572847)

Een bladroller die zijn naam aan de kakelbonte kleurstelling ontleedt is de papegaaibladroller (Eulia ministrana). De voorvleugel is vaal geel met oranjebruine tot roodbruine vlekken in het midden en richting de achterrand. Op 3/4 zit een witte stip of vlek. De vliegperiode is van april tot in juli in één generatie en de spanwijdte bedraagt 18-25 mm. De larven voeden zich in het spinsel tussen twee bladeren. Waardplant: berk, eik, wilg. Engelse benaming: Brassy Tortrix. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Eupoecilia

Gewoon smalsnuitje – 2025 (NL)
(NCBI-index: 1.594304)

De voorvleugel is crèmewit met oranjebruine vlekken. Een donkere dwarsband loopt vanaf halverwege de binnenrand naar het midden van de vleugel waar deze smaller wordt en dan doorloopt naar de voorrand. Langs de achterrand loopt een bruine tot donkerbruine band waarvan de intensiteit en breedte kan variëren. Het gewoon smalsnuitje (Eupoecilia angustana) lijkt op sint-jacobsbladroller (Cochylis atricapitana), blauwe distelbladroller (Cochylis dubitana) en koperrandbladroller (Cochylis hybridella), maar die hebben allemaal een onderbroken of incomplete dwarsband. De vliegperiode is één generatie van mei tot september en de spanwijdte bedraagt 10-15 mm. Waardplant: heide, duizendblad, marjolijn. Engelse benaming: Dark-barred Straw. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Gynnidomorpha

Ratelaarbladroller – 2019 (NL)
(NCBI-index: 1.176455)

Bladrollers zijn soms zeer moeilijk te determineren. Zeker wanneer soorten van een onder-familie erg op elkaar lijken. Voor nu houd ik het op een ratelbladroller (Gynnidomorpha permixtana), maar deze bladroller kan ook verward worden met de wat grotere kartelbladroller (Gynnidomorpha minimana). De ratelbladroller heeft een crème oranjebruine voorvleugel met hier en daar donkerbruine of grijze vlekjes. Vooral langs de voorrand. Er zit een schuine donkere dwarsband vanaf een 1/3 van de achterrand tot vlakbij de voorrand waar hij afbuigt tot halverwege de voorrand. De vliegperiode is in twee generaties van mei tot in juni en van eind juli tot in augustus en de spanwijdte bedraagt 10-12 mm. De larven voeden zich in de bloemen en zaden. Waardplant: koninginnekruid, grote waterweegbree, echte guldenroede. Engelse benaming: Coast Conch. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Neocochylis

Blauwe distelbladroller – 2024 (CH)
(NCBI-index: 2.769475)

De blauwe distelbladroller (Neocochylis dubitana) is net als de koperrandbladroller (Neocochylis hybridella) van het geslacht Cochylis overgegaan naar het geslacht Neocochylis. Beide blarollers lijken heel erg op elkaar, maar een derde gelijkende bladroller, de sint-jacobsbladroller (Cochylis atricapitana), is niet van geslachtsnaam veranderd. De voorvleugel is overwegend wit met gelige onrgelematige vlekken. De vleugelwortel is grijs gespikkeld zwart net als de vleugelpunt. Langs de achterkant van de vleugel is een vlek te zien van dezelfde kleur. De drie bladrollers zijn te onderscheiden aan de kleur van de kop, palpen en borststuk. De blauwe distelbladroller een witte kop en palpen en een zwart borststuk, bij de koperrandbladroller zijn al deze onderdelen wit en bij de sint-jacobsbladroller juist zwart. De vliegperiode is in twee generaties van mei tot en met september en de spanwijdte bedraagt 12-14 mm. Waardplant: kruiskruid, streepzaad, bitterkruid, distels. Engelse benaming: White-faced Straw. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Phalonidia

Wederikbladroller – 2019 (NL)
(NCBI-index: 1.176460)

De wederikbladroller (Phalonidia udana) is lastig te determineren. Deze bladroller wordt vaak verward met de muntbladroller (Phalonidia manniana). Eigenlijk is genitaliënonderzoek nodig om zekerheid te geven. Op basis van de kleuren van de soort die ik gespot heb, denk ik toch met de wederikbladroller te maken te hebben. Op de overwegend licht bruinwitte voorvleugel begint halverwege een lichtbruine dwarsband vanaf de voorrand die na 1/3 een knik vertoond en overgaat in een donkerbruine band. Nabij de vleugelpunt zit een lichtbruine dwarsband die schuin loopt richting de achterrand. De muntbladroller geeft vaak een meer donkere en bontere indruk. De vliegperiode is van april tot augustus en de spanwijdte bedraagt 10-14 mm. Waardplant: wederik. Engelse benaming: Loosestrife Conch. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Phalonidia

Zultebladroller – 2025 (NL)
(NCBI-index: 1.176456)

Het karakteristieke kenmerk van de zultebladroller (Phalonidia affinitana) is de schuine donkere dwarsband op de verder strogele voorvleugel. De donkere dwarsband loopt vanaf de binnenrand tot halverwege de vleugel. De binnenkant is soms begrenst met een zwarte lijn. In de binnenrandhoek is een donker vlekje te zien die ook bij slecht gemarkeerde exemplaren nog te zien is. De vliegperiode is één generatie van mei tot augustus en de spanwijdte bedraagt 11-14 mm. Waardplant: zulte. Engelse benaming: Aster Straw. Friese benaming:

Vliegperiode:

 

Stam: Cochylini
Geslacht: Pseudargyrotoza

Zilvervlekbladroller – 2017 (NL)
(NCBI-index: 1.101037)

De zilvervlekbladroller (Pseudargyrotoza conwagana) is een kleine geelbruine bladroller met een opvallende lichtgele vlek die goed te zien is rusthouding. Verder vallen de kleine zilvergrijze kleine vlekjes op die de dwarslijnen vormen. De vliegtijd is van mei tot juli en kan voornamelijk overdag bewonderd worden. De spanwijdte bedraagt 11-15 mm. Larven voeden zich met zaden en bessen. Waardplant: liguster, sering, es. Engelse benaming: Yellow-spot Twist. Friese benaming:

Vliegperiode: